Uitspraak van de rechter (deel 2)

De officier van justitie leest wat stukken uit het rapport en noemt de woorden: Schizofrenie, persoonlijkheidsstoornis, gespleten persoonlijkheid. En weet ik het, tot wat voor nare termen hij mij veroordeeld. Ik vind het erg naar om te horen en hou mijn tranen niet langer in bedwang. Ik zie hem naar mij kijken en hij gaat rustig door met zijn verhaal tegen de rechter en de psychiater.

Ze lijken het met hun allen eens te zijn, dat ik hulp nodig heb. Ik hoor het allemaal maar aan en zit me te verbijten.

Het verhaal en het overleg komt samen en wordt er hardop nagedacht over de gevolgen, de kans op herhaling en het onder toezicht staan bij de reclassering zou ergens ook nog in moeten passen.

Mevrouw van de reclassering weet er ook iets over te zeggen en noemt dat ik ontoerekeningsvatbaar ben verklaard. (Die hoor ik hier voor het eerst.) ( 1x een uurtje gesproken, hoe kun je dit zeggen????) En dat ik hulp nodig heb.

En volgens haar heeft het geen enkele meerwaarde dat ik bij de reclassering iets hoef.

Af en toe bedapper ik me wat, tussen de tranen door. Mijn gedachten schieten alle kanten op en en ik voel me teleurgesteld en boos.

Er wordt vastgesteld dat ik verplichte zorg toegewezen mag krijgen. En ik mag hier nog wat van zeggen.

Ik zeg dat het momenteel goed met me gaat, ik een vriend heb en 32 uur in een goed aangeschreven restaurant werk.

De advocaat waar ik wel geteld 2x 15 min. mee gesproken heb, dikt het nog wat aan en praat mij zo, hoppa de zorg kant op. Zo werkt het dus, het is of 4 weken cel, of ontoerekeningsvatbaar worden verklaard.

Ik hoor het allemaal aan en sta versteld, voel me onthutst, en voel dat ik de regie totaal kwijt ben over mijn leven. Er wordt nu over mijn leven beslist. Ik kan op dit moment niet meer stoppen met huilen.

De rechter kijkt me vriendelijk met zijn bruine ogen aan en vraagt of ik nog wat wil zeggen.

Ik laat een stilte vallen, hard nadenkend wat ik hier nog wat van moet vinden. De tranen rollen over mijn wangen, na enige tijd zwemmen in het diepe, redt de rechter mij, door te zeggen: ‘Je hoeft niet perse iets te zeggen.’

‘Deze stilte zegt ook wat he?!’ zegt de advocaat. ‘Ze heeft er harstikke veel spijt van, wat ze heeft gedaan. Ze is fout geweest, dat ze huilt zegt al genoeg.’

Ik laat het gebeuren en ben moe, moe van het vechten, waar ben ik in beland?…

Liefs,

Anna

Vorige
Vorige

De zitting is gesloten

Volgende
Volgende

Uitspraak van de rechter (deel 1)